Hoe mijn draadloos internet instellen?

Eerst even dit: wil je je toestel (smartphone, tablet, laptop,...) verbinden met je eigen wifi-netwerk thuis? Je kan je huidige wifi-instellingen terugvinden in de My BASE-app of via de My BASE. Meer weten over je wifi-gegevens?

Welke instellingen wil je aanpassen?

We kunnen je gegevens niet ophalen. Maak zelf je keuze

Instellingen wireless modem

Deze heb je

Instellingen met hangslotje

Deze heb je

Instellingen wireless modem

Deze heb je

Instellingen met hangslotje

Deze heb je

Algemeen

De algemene instellingen zijn standaard ingesteld. Je kan het draadloos signaal, persoonlijke wifi en aan- of uitzetten.

Snelheidstest

Met de speedtest controleer je je up- en downloadsnelheid en doe je een ping-test. 

Expertinstellingen (bv. MAC-filtering, Beveiliging, Signaal) hebben we aangeduid met een hangslotje. Opgelet: bij een verkeerde aanpassing kan je surfervaring minder goed worden.

Hoe zorg je ervoor dat je de instellingen kan aanpassen?

  • Klik op het hangslotje naast Expertinstellingen of klik op het hangslotje naast het onderdeel dat je wil aanpassen (bv. Beveiliging).
  • Je krijgt een melding dat bij een verkeerde aanpassing van de instellingen het mogelijk is dat je geen internetverbinding meer hebt.
  • Klik op: Ja, ik weet het zeker
  • Je kan de expertinstellingen nu aanpassen.
  •  

     

    Je kan volgende zaken aflezen of aanpassen:

    • Wifi-kanaal (optimale standaard): het wifi-kanaal wijzigen kan een stabielere en/of snellere verbinding betekenen.. Je kan dit best op automatisch laten staan.
    • Wifi-standaard (optimale standaard): dit zijn de optimale BASE-instellingen.
    • Wifi-frequentie: gebruik bij voorkeur beide frequenties (2,4 GHz en 5 GHz).
    • Wifi-kanaalbreedte: dit staat optimaal ingesteld. Je hoeft dat niet aan te passen.

     

    Je kan volgende zaken aflezen of aanpassen:

    • Eén wifi-netwerk in- of uitschakelen.
    • Netwerknaam (SSID): geef je draadloos netwerk een eigen naam. Zo surf je veilig, én een eigen naam is vaak gemakkelijker te onthouden dan de standaard SSID.
    • Netwerkwachtwoord (wifi wachtwoord): ook je wifi-wachtwoord maak je best persoonlijk. Een eigen wachtwoord onthoud je beter én is ook veiliger. Kies een wachtwoord van minstens 8 karakters en combineer kleine letters met hoofdletters, cijfers en tekens. Je kan bijvoorbeeld ook voor een lange zin kiezen, met spaties.
    • Beveiligingsprotocol: kies best voor de standaardinstellingen. Zo wordt je beveiliging automatisch aangepast, afhankelijk van de mogelijkheden van je pc.

    Met MAC-filtering bepaal je welke toestellen toegang hebben tot je draadloos internet. 

    Hier zie je hoeveel en welke toestellen er verbonden zijn.